De verhalen achter de Rijksmuseum designs van Creative Lab Amsterdam
De drie designs van onze Rijksmuseum collectie zijn ontworpen met werken van bijzondere oude meesters uit 1500-1800. Uitgevoerd in drie behangdesigns, murals (standaardmaten), behangcirkels en badkamerbehang. De designs komen ook terug in onze Rijksmuseum collecties wenskaarten en notitieboeken.
De meesters, waarvan de werken gebruikt zijn in de designs, hebben allemaal een eigen verhaal dat verteld moet blijven worden. In dit artikel hebben we van elk van de drie designs een aantal meesters uitgelicht met een verwijzing naar het element wat in het ontwerp gebruikt is. Zo blijven de verhalen verteld worden.
Design: A New Chapter
Een fabelachtig en fantasievol design met fijngetekende bloem- en dierfiguren, afkomstig uit de tekeningen en schilderijen van Dorothea Maria Gsell, Jean Bernard en Robert Jacob Gordon. Zij hadden een fascinatie voor flora en fauna die ze op hun eigen manier hebben vastgelegd in tekeningen en schilderijen. Nu komen hun verhalen uit het verleden samen in een hedendaags design en krijgen de werken opnieuw een plek in de spotlights.
De Rode Ibis (RP-T-1977-16) door Dorothea Maria Gsell:
Dorothea Maria Gsell (1678-1743) was de jongste dochter van een botanisch kunstenaar en wetenschapper Maria Sibylla Merian. Samen met haar moeder en zus onderhield ze een hele succesvolle werkplaats in Amsterdam, waar ze de boeken van haar moeder verkochten, maar ook losse tekeningen, opgezette dieren en gedroogde insecten.
In 1699 vertrok Dorothea Maria samen met haar moeder naar Suriname om daar vlinders, insecten en planten te bestuderen ter voorbereiding op een publicatie. In die tijd een unieke en gevaarlijke reis voor vrouwen. Ze vestigden zich in Paramaribo en maakten regelmatig uitstapjes om insecten te vangen. Helaas werd Maria Sibylla ziek, waardoor de vrouwen slechts twee jaar later, in 1701, naar Amsterdam moesten terugkeren. Deze rode ibis is in Suriname getekend. Na de dood van haar moeder, verhuisde Dorothea Maria naar Sint Petersburg met haar man, de Russische kunstenaar Georg Gsell. Ze werd daar een geroemd kunstenaar en was nauw verbonden met de kunstacademie in Sint Petersburg. Een uitzonderlijke rol voor een vrouw. De rode ibis staat centraal op zowel het Never Ending Story en New Chapter behang als op deze wenskaart.
Zebra (RP-T-1914-17-191) door Robert Jacob Gordon
Robert Jacob Gordon, geboren in Nederland met een Schotse vader, leidde een avontuurlijk leven totdat hij werd opgeroepen bij het leger. Hij was ontdekkingsreiziger, wetenschapper en diplomaat. Hij had de Kaapkolonie bereisd en streken doorkruist waar nog nooit een blanke was geweest. Hij had de grote rivier in het noorden in kaart gebracht en hem tot Oranjerivier gedoopt – de naam die tot op heden stand heeft gehouden.
Robert J. Gordon heeft een enorme nalatenschap achter gelaten, waardoor men een enorm gedetailleerd beeld heeft van Zuid-Afrika tijdens de laatste decades van het VOC-regime. Het werk wat hij heeft nagelaten is des te meer indrukwekkend, omdat hij het bijna helemaal alleen heeft gedaan met wat hulp van ongeschoolden. Hiermee liet hij zien dat hij over dezelfde vaardigheden beschikte als een, botanicus, zoöloog, etnograaf, taalkundige, geoloog, cartograaf en tekenaar. Als antropoloog had hij ook een grote fascinatie voor het lot van de inheemse bevolking met de komst van de kolonisten.
De zebra is duidelijk aanwezig op het New Chapter behang en behangcircel.
Tulp (RP-T-1904-412) door Jean Bernard
Jean Bernard (1765- 1823) was amateurkunstenaar, kunsthandelaar en lid van het Amsterdamse particuliere tekengenoot- schap ‘Zonder Wet of Spreuk’ (ca. 1808-1819). Dit genootschap bestond uit een groep van 14 bevriende kunstenaars die samenkwamen om een ingehuurd (gekleed) model te tekenen. Er zijn meerdere tekeningen van hetzelfde model gevonden in de boedels van deze kunstenaars. He Rijksmuseum heeft een hele grote collectie van zijn tekeningen gekregen in 1904. Veelal de meeste zijn tekeningen van dieren. De tulp heeft hij wellicht nagetekend.
Design: Once Upon a Time
Een bijzonder kleurrijk en vrolijk samenspel waar de kunstwerken van Aert Schouman en Henrietta Geertruida Knip de hoofdrol spelen. De flora met uitbundige bloemen en de fauna met de verfijnde toekan en rode papegaai zijn een bijzonder sterke combinatie. De schilders die in verschillende eeuwen leefden, deelden eenzelfde passie: het visueel maken van bijzondere dieren en kleurrijke bloemen met verfijnde details. Ze worden verenigd in een nieuw design en worden in de 21ste eeuw in een nieuw licht gezet.
Toekan RP-T-FM-138 & Rood-groene papegaai RP-T-1918-432 door Aert Schouman (1720)
Aert Schouman was een Dordrechtse kunstenaar en een duizendpoot. Hij schilderde, tekende, maakte prenten en graveerde glaswerk. Ook was hij verzamelaar en kunsthandelaar. Hij maakte zelfs een heel aantal muurschilderingen (geen behang, maar wel met het doel de wanden te versieren) voor prominente burgers van Dordrecht, Den Haag en Middelburg. Hij schilderde deze wandversieringen in een lichte en luchtige stijl
Aert Schouman was geen wetenschapper, maar interesseerde zich evengoed voor de natuurgetrouwe weergave van het dieren- en vogelrijk. Zijn grote observatievermogen blijkt uit de manier waarop deze roodsnaveltoekan zich vastklemt op een tak, met twee tenen in plaats van drie zoals andere soorten.
De toekan en papagaai hebben een mooie plaats gekregen op het behang op maat, behangcirkel, maar ook de wenskaart met het New Chapter design.
Boeket (RP-T-FM-72) door Henriëtta Geertruij Knip
Henriëtta kwam uit een Brabantse kunstenaarsfamilie die drie generaties van ongeveer 1770 tot 1900 bestrijkt. Het is bijzonder voor een vrouw uit die tijd dat ze een verdienstelijke carrière als schilderes heeft opgebouwd. Ze ging eerst in de leer bij haar vader, Nicolaas Frederik Knip en verhuisde in 1803 naar Parijs, waar ze in de leer ging bij Gerard van Spaendonck. Ze specialiseerde zich, net als Van Spaendonck, in fruit en bloemstillevens. Ze verhuisde in 1806 terug naar Nederland. Er zijn niet veel van haar werken bewaard gebleven, het Teylers Museum in Haarlem en het Rijksmuseum hebben ieder maar twee van haar werken.
Boeket (RP-T-FM-72) door Henriëtta Geertruij Knip
Henriëtta kwam uit een Brabantse kunstenaarsfamilie die drie generaties van ongeveer 1770 tot 1900 bestrijkt. Het is bijzonder voor een vrouw uit die tijd dat ze een verdienstelijke carrière als schilderes heeft opgebouwd. Ze ging eerst in de leer bij haar vader, Nicolaas Frederik Knip en verhuisde in 1803 naar Parijs, waar ze in de leer ging bij Gerard van Spaendonck. Ze specialiseerde zich, net als Van Spaendonck, in fruit en bloemstillevens. Ze verhuisde in 1806 terug naar Nederland. Er zijn niet veel van haar werken bewaard gebleven, het Teylers Museum in Haarlem en het Rijksmuseum hebben ieder maar twee van haar werken.
Design: Never Ending Story
De weelderige bloemenkrans is het middelpunt van het design. Je kan er eindeloos naar blijven kijken en je zal steeds nieuwe details ontdekken. Door ernaar te kijken, maak je als het ware een tijdsreis tussen 16de en 19de eeuw. Elk van deze kunstenaars had een eigen visie op de wereld en legde de flora en fauna op zijn eigen manier vast. Het is een bont gezelschap van meesters die meer dan alleen schilderen en tekeningen maakten.
Aziatische olifant (RP-T-BR-2017-1-2-9) en Ransuil (RP-T-BR-2017-1-3-32) door Anselmus de Boodt
Anselmus de Boodt was de lijfarts van Rudolf II (1552-1612), keizer van het Heilige Roomse Rijk, en daarnaast ook kunstenaar, jurist en natuuronderzoeker. Rudolf II gaf hem de opdracht een overzicht te maken van het planten- en dierenrijk. Dit resulteerde in de Historia Naturalis, een boek in drie delen met 750 waterverftekeningen van bloemen, dieren en vogels. Na de dood van Rudolf II nam De Boodt de nog onbetaalde tekeningen mee naar zijn geboortestad Brugge. In zijn testament bepaalde hij dat de drie delen intact moesten toevallen aan mannelijke erfgenamen. Toen de laatste erfgenaam stief in 1844, werden de albums voor het eerst verkocht. Slechts één keer veranderden ze nog van eigenaar, voordat ze in maart 2017 werden gekocht door een particuliere verzamelaar, die ze ruimhartig aan het Rijksmuseum in bruikleen gaf.
Albumblad met struisvogel RP-T-1952-370 Anoniem 1550 - 1570
Giraf RP-T-1914-17-150 van Robert Jacob Gordon
Bloemenkrans (RP-T-1955-268), Anoniem
Alle besproken onderdelen hebben hun plek gekregen in het behang met standaardmaten , behang op maat en behangcirkels. Op de wenskaarten en notitieblokken komen ze verspreid terug.
Het Parool heeft ook een mooi artikel geschreven over de totstandkoming van het behang. Lees het artikel hier.